Jij bent jij.
Jij bent prachtig zoals jij bent.
Jij bent jij.
Jij bent krachtig zoals jij bent.
Jij bent jij.
Jij bent mooi zoals jij bent.
Jij bent jij.
Jij bent uniek zoals jij bent.
Jij bent jij.
Jij bent liefde.
Jij bent jij.
En dat is oké.
….
Verander nu eens ‘jij’ in ‘ik’ en lees het dan nog eens.